Een motie waarmee de Tweede Kamer wil bereiken dat alle studentleden in de medezeggenschap een passende vergoeding krijgen, zou zijn doel wel eens voorbij kunnen schieten. Dat zegt Rien Wijnhoven, voorzitter van het Landelijk Overleg Universitaire Medezeggenschap (LOVUM) in een bericht van het HOP. “Het is een motie in het wilde weg.”

In de motie verzoekt de Tweede Kamer de regering om samen met de studentenorganisaties en de koepels van de instellingen landelijke richtlijnen op te stellen voor de vergoedingen voor de leden van de medezeggenschap uit het studentenondersteuningsfonds. Nu verschilt het per universiteit of hogeschool welke vergoeding medezeggenschappers ontvangen, stellen indieners GroenLinks en PvdA vast, en het animo voor de medezeggenschap is daar mede van afhankelijk.

Wijnhoven stelt dat het ontbreekt aan duidelijke randvoorwaarden voor de instellingen. “Sommige maken op basis van richtlijnen goede afspraken en sommige niet.” Ook is onduidelijk hoe de hoogte van de vergoedingen berekend gaat worden. “Ik ben een beetje bang dat de vergoedingen straks niet alleen omhoog, maar ook naar beneden bijgesteld worden”, aldus Wijnhoven tegen het HOP.

Ook een tweede motie, over vrijstelling van collegegeld voor fulltime medezeggenschappers, kan niet op enthousiasme van Wijnhoven rekenen. “Ik zie in mijn eigen omgeving dat studenten in de medezeggenschap in hun bestuursjaar wel eens een tentamen inhalen. Ik weet niet hoe ze dat wettelijk gezien willen oplossen als er geen collegegeld betaald hoeft te worden.”